Deborah Jacobs Muziek
Workshops, lessen, optredens en meer!
Safariworkshop 1

"Wie is er weleens op safari geweest?" In de eerste groep met jongere kinderen gaan er veel vingers in de lucht. Natuurlijk zijn ze bijna allemaal weleens in Safaripark Beekse Bergen geweest! En meteen maken we met die woorden een ritme.

Kom, ga maar mee [rust] / naar de Beekse Bergen.

Na een paar keer oefenen gaat het steeds beter. De eerste paar rondjes staan nog veel in het teken van samen starten, samen stoppen en het leren spelen met de woorden mee. De rust na de eerste zin krijgen ze nu ook door. En dán is het tijd om de wilde dieren los te laten op dit muzikale uurtje. De wilde dieren vliegen je om de oren. Eén kind komt met een chimpansee, dat nog moeilijk uit te spreken woord. Het wordt steevast ''sjimpansjee', maar na een paar rondjes gaat ook dat al beter.

Kom, ga maar mee [rust] / naar de Beekse Bergen / naar de chimpansee [rust] en de giraf [rust].

Intussen draait mijn brein op volle toeren om een aantal andere dieren op ritme te zetten en stijgt het enthousiasme in de groep zodanig dat het tijd wordt om een nachtelijke rust in het park te doen neerdalen. De dieren zijn stil. De kinderen zijn stil. Een enkel instrumentje draait zich nog wat om in zijn slaap. Toen werd het ochtend en werden de dieren langzaam wakker. Ze begonnen wat te sluipen en de kinderen mochten even achter me aan sluipen. Terug op de gymbankjes sluipen veertien paar handen over trommels en andere instrumenten."Stop!" zegt Koning Leeuw. "Boem" dirigeer ik de trommelaars, "tsjak", "tjsiek", "tik" of "klak" klinkt het op andere instrumenten. "Ik geloof dat de oppassers eraan komen! En dat betekent: ontbijten!!!"

Een nieuw ritmemoment: hap, hap, hap [rust] - vier keer. Dan natuurlijk weer een mooie stilte met zijn allen. Zonder dat ze er erg in hebben, zijn de kinderen nu bezig met dynamiek. Na het ontbijt hebben de dieren volop energie om te rennen. Ha, eindelijk: de kinderen kunnen nu ongeremd en ongetemd lawaai maken met de instrumenten. Een georganiseerde chaos. We gaan nog eens terug naar het begin van het verhaal en spelen het helemaal tot en met de chaos.

"Stop!" roept Koning Leeuw wederom. Hij kondigt aan dat er vandaag een bus met kinderen komt. En aan de kinderen van deze groep vraagt hij wat we ermee zullen doen. "Laten schrikken!" roepen er een paar. Hoe? Er komen een paar kreten: Boe! Grrr! Groaaarrrr! Een ander kind zegt: "En trommelen!" Goed, dan wordt dan BOEM. Nu hebben we mooi vier woorden en vier tellen. De eerste drie woorden worden uitgesproken en pas bij BOEM spelen we. Dat is ook nog even oefenen, want ze zijn inmiddels zó gewend aan het spelen van elk woord, dat je hun hersens bijna hoort kraken. Maar ze snappen het. Dit doen we ook vier keer.

De muziekkinderen bedenken dan dat de safarikinderen bukken en roepen: "Help! Wij willen weg!" We hebben wéér een gevarieerde maat: [beweging:] buk - [roepen:] help! - [trommelen:] wij willen weg! Uiteraard gaat dat niet zomaar: er springt een tijger voor de bus. We trommelen: SRPING! en laten de motor even ronken [roffelen]. De bus kan niet verder, maar een van de slimmerikjes zegt dat de bus achteruit gaat. De chauffeur zet 'm in zijn achteruit en we trommelen: KLIK. Nog meer tromgeroffel van het motorgeluid. Nog een KLIK en nu vol gas vooruit, op naar de uitgang! Pffff, gelukkig de kinderen zijn veilig aangekomen en kunnen weer opgelucht naar huis.

We hebben nog een paar doorschuifrondjes te gaan, dus kunnen we de nieuwste stukjes van het verhaal nog een paar keer oefenen. Het laatste rondje doen we het hele verhaal en dan is de workshop klaar, min of meer op tijd. Drie Brabantse kwartiertjes zijn voorbij gevlogen!

 



 





Reacties

Commentaar
Jouw naam/bijnaam
Website url
E-mail
Dit is een verplicht veld
Laatste tweets
Categorieën